In ontwikkelingslanden gaan miljoenen kinderen nog niet naar school. Er is geen geld en ze worden vaak thuis gehouden om mee te helpen in het huishouden of om een bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen. Verplicht en toegankelijk basisonderwijs is een belangrijk middel in de strijd tegen kinderarbeid en biedt een betere toekomst voor het land. Het geeft kinderen de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen waardoor hun kansen in het leven toenemen. Daarnaast is er aan de kwaliteit van onderwijs nog veel te verbeteren.
Zo zijn er in Uganda vaak onvoldoende docenten waardoor klassen overvol zijn en is er te weinig schoolmeubilair en lesmateriaal. Veel leerlingen verlaten zonder diploma de school waardoor ze later minder kans hebben uit de armoede te komen. Ruim 10 procent van de leerlingen in ontwikkelingslanden maakt de basisschool niet af. In Uganda wordt zelfs aangegeven dat slechts 38 op de 100 kinderen de Primary School (basisschool) volledig doorlopen. In het voorgezet onderwijs is dat zelfs minder dan 15 procent.
Private Schools bieden meestal beter onderwijs en kleinere klassen, maar het schoolgeld is een stuk hoger en daardoor niet voor alle ouders te betalen. Hierdoor ontstaat er dus eigenlijk een vicieuze cirkel voor de armste laag van de bevolking: slechter toegang tot goed onderwijs en dus minder kansen om verder te komen…
In Uganda is 35 procent van de bevolking ongeletterd. Voor het vinden van werk buiten de eigen streek is het van belang Engels geleerd te hebben, omdat dit de taal is die in heel Uganda gesproken wordt. Onderwijs speelt dus een centrale rol in de ontwikkeling van de kinderen en het land.
Aan het begin en eind van de dag, zien we overal kinderen in felgekleurde uniformen: op weg naar school of naar huis. De schooldag begint vaak al vroeg, vanaf een uur of 7 gaan de meesten al lopen en rond zes uur komen sommigen pas weer thuis aan. Private Schools hebben soms een schoolbus waarmee de leerlingen worden opgehaald. Ook zijn er Boarding Schools waardoor ze de lange afstanden niet dagelijks hoeven af te leggen. In het weekend of in de vakanties (voortgezet onderwijs) komen de kinderen dan naar huis. Uiteraard kost dit meer geld, terwijl voor de mensen uit de arme dorpen het schooluniform soms al nauwelijks te betalen is.
Op het ziekenhuisterrein staat een basisschool: de Adesso Primary School. Hoewel de overheid de (lage) salarissen betaald, is het een arme school. Er zijn onvoldoende docenten, te weinig ruimte, veel leerlingen per klas (soms wel meer dan 150 kinderen in één lokaal) en nauwelijks lesmateriaal.
We wilden de hoogste klas (P7) een steuntje in de rug geven, zij moeten over een aantal weken toelatingsexamen gaan doen voor de Secondary School. Toto Wies had een heleboel pennen opgestuurd om uit te delen op de school.
De kinderen waren erg blij en sommigen gingen gelijk hun naam erin krassen en stopten de pen netjes in de zak van hun schoolblouse. De docenten konden we allemaal een rode pen geven, wat ook enthousiast in ontvangst werd genomen!
We wilden de hoogste klas (P7) een steuntje in de rug geven, zij moeten over een aantal weken toelatingsexamen gaan doen voor de Secondary School. Toto Wies had een heleboel pennen opgestuurd om uit te delen op de school.
De kinderen waren erg blij en sommigen gingen gelijk hun naam erin krassen en stopten de pen netjes in de zak van hun schoolblouse. De docenten konden we allemaal een rode pen geven, wat ook enthousiast in ontvangst werd genomen!
Wat een mooie foto waar te zien is hoeveel blijdschap een pen veroorzaakt. Wat een verschil met NL. Ik volg jullie mooie verhalen en wens jullie nog een mooie/indrukwekkende tijd!
BeantwoordenVerwijderengroetjes, Anita
Wow! Wat een blije gezichten! Ook geweldige foto`s! Liefs
BeantwoordenVerwijderenHey! Adesso had groen geruite kleding! Dit ziet er nieuw en fris uit!
BeantwoordenVerwijderen